Op het eerste gezicht lijkt een orgel op een piano. Maar niets is minder waar. Een piano maakt geluid via snaren en een orgel via lucht.
Als je het orgel aanzet gaat er een motor draaien waardoor er lucht door het orgel blaast. Druk je een toets in, dat gaat er een pijp open en hoor je het geluid. Net als bij een fluit.
Een orgel heeft veel knoppen, waardoor je verschillende tonen tegelijkertijd kunnen laten klinken. Je drukt maar een toets in, maar hoort er een heleboel. Dat is handig!
Als organist moet je veel tegelijkertijd kunnen. Naast de toetsen die je met je vinger bedient zijn ook de pedalen van een orgel werkende toetsen. Deze bedien je met je voeten. Voor sommige muziekstukken speel je dus met je handen en voeten.